Goldware

en corporate data models


Binnen ondernemingen speelt IT een groeiende rol in de communicatie. Dit leidt tot een grotere behoefte aan een gemeenschappelijke taal. Er blijft echter een tegenstelling bestaan tussen de behoeftes van gebruikers (flexibiliteit) en die van automatiseringsafdelingen (eenduidigheid). Het gebruik van een corporate data model biedt hier uitkomst.

Communicatie en informatiekwaliteit

Het gebruiken en interpreteren van door informatiesystemen geproduceerde output kan alleen zinvol plaatsvinden wanneer alle systemen en gebruikers dezelfde betekenis aan begrippen toekennen. Dat is helaas niet altijd het geval. Onjuiste informatie, schijnnauwkeurigheid en schijnzekerheid zijn hiervan het resultaat: slechte begeleiders bij het besturen van een onderneming.

Binnen bedrijven groeit de behoefte aan eenduidigheid in de communicatie tussen mensen onderling en tussen mensen en applicaties. In het dagelijkse leven is het al praktisch als iedereen hetzelfde verstaat onder bepaalde begrippen. In het kader van automatisering is dit minstens zo belangrijk. Als bijvoorbeeld de boekhouding overal op één manier wordt gedaan, is het mogelijk alle bedrijfsresultaten te consolideren.

Daartegenover staat dat gebruikers een steeds grotere flexibiliteit van hun informatiesystemen wensen, wegens hun behoefte aan verscheidenheid in woordgebruik, taal en cultuur. Ook veranderingen in de loop der tijd, zoals reorganisaties en aanpassingen aan veranderende omgevingen, mogen geen probleem opleveren.

Het bij elkaar brengen van deze twee tegenstrijdige wensen, eenduidigheid en verscheidenheid, is altijd moeilijk gebleken. Traditioneel wordt steeds gekozen voor een centraal gedetermineerd systeem, waar gebruikers een grote mate van systeemvriendelijkheid aan de dag moesten leggen. Consequentie hiervan waren losse PC-applicaties, volgens lokale behoeften en inzichten. Deze situatie leidde vervolgens tot wildgroei, en dataconsolidaties leverden zoveel problemen op dat de teugels nu weer worden aangehaald: systeemontwikkeling mag alleen plaatsvinden door de automatiseringsgroep, die dan gauw onderbezet blijkt.

Een corporate data model

Het is echter ook mogelijk om systeem en gebruiker los van elkaar te zien. Het probleem is namelijk niet zozeer dat er decentraal systemen worden ontwikkeld, maar dat dat telkens volgens andere ideeën gebeurt: men komt met eigen definities en eigen structuren. De oplossing ligt dus in een decentrale ontwikkeling op basis van centraal bepaalde gegevensstructuren, dat wil zeggen een corporate data model.

Net zoals men onder bepaalde randvoorwaarden een vrijheid van computermerk kan gunnen aan diverse bedrijfsonderdelen, zo kan men in meer algemene zin een onderscheid maken tussen bedrijfsbrede en gebruikersspecifieke aspecten van automatisering. Van elk niveau - van netwerkbekabeling tot applicatie - kan men zich afvragen of het tot de gemeenschappelijke infrastructuur behoort. Zo dient centraal te worden bepaald dat structuren van gegevensbestanden eveneens deel uitmaken van de bedrijfsinfrastructuur. In een dergelijk geval wordt over de gehele onderneming bepaald wat het bedrijfsgegevensmodel (corporate data model) is en wat de specifieke delen zijn voor één of enkele gebruikers.

Als volgende stap stelt de data administrator (of data analyst) de procedure in dat elke systeemontwikkeling gebaseerd moet zijn op het aldus ontstane bedrijfsgegevensmodel, tenzij het onderdelen betreft die niet van algemeen belang zijn. Het model wordt algemeen beschikbaar gesteld, en wanneer uitbreidingen ergens gewenst zijn, kunnen ze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de data administrator. Deze kan aangeven of een ander bedrijfsonderdeel dergelijke uitbreidingen reeds heeft uitgewerkt. Zo ja, dan stelt hij de vruchten van dat werk ter beschikking. In het andere geval wordt het gegevensdeel van de gewenste uitbreiding gemodelleerd, en kan de aanvrager zelf de verdere programmering ter hand nemen.

Centraal is men dan verzekerd van bedrijfsbrede consistentie in gegevensstructuren en begripsdefinities. Lokaal kan de verdere ontwikkeling plaatsvinden volgens eigen behoeften en tijdsplanning, waarbij elders verrichte ontwikkeling telkens beschikbaar is. Nu wordt een eindgebruiker in staat gesteld zijn applicatie te ontwerpen naar eigen smaak, in de eigen taal. De aandacht behoeft nu alleen nog te worden gericht op de interfaces tussen de centraal ingerichte gegevensstructuren en de gebruikersapplicatie.

De introductie van de nieuwe werkwijze

Samengevat zijn de drie componenten van de nieuwe situatie: Het opstellen van een corporate data model is in dezen de meest complexe activiteit.
o Return to the Goldware Home Page

Copyright © 1995 Goldware. All Rights Reserved. Last update 26 march 2004.